Boekbespreking Lucy Ash- De wapenstok en het kruis

Door Luc Nijs

 

De Oosterse kerken zijn voor velen in het Westen een mysterie. We weten dat ze bestaan, dat ze ten dele rond andere dogma’s zijn gebouwd, en dat ze gemiddeld genomen zich minder in publieke zaken mengen in een poging maatschappelijk relevant te zijn. De zorg voor de armen en de kwetsbaren en dat in de schaduw van de wereld is vaak een groot goed. En dan heb je de Russisch-Orthodoxe kerk en de zeer zichtbare patriarch Kirill die zich graag laat fotograferen met president Poetin en geen kans onbenut laat zijn mening over dingen te ventileren. Ook hun steun- direct en indirect- voor de ‘militaire operatie’ in Oekraïne deed toch -buiten de wenkbrauwen- ook de vraag rijzen hoe die relatie, die cynische symbiose, tussen de Russische staat en de Russisch-orthodoxe kerk zich ontwikkeld heeft op een zodanige manier dat we in dit soort van situaties hebben kunnen eindigen.

 

Moskou correspondent Lucy Ash schreef daarover een eerder lijvig werk ‘de wapenstok en het kruis’. De kern van haar betoog is dat die eeuwenoude kerk door Poetin in die bedenkelijke paringsdans tussen kerk en staat ontdaan is van haar spirituele kern. Dat Poetin haar heeft omgebouwd tot een politiek wapen die de suprematie van het Slavische en de autoritaire staat (helpen te) legitimeren, daarbij desnoods hun instituut opofferend dat vele millennia en fysieke en inhoudelijke aanvallen heeft overleefd alsmede hun robuuste orthodoxe theologie. We weten uit de mensengeschiedenis hoe de triade van geld, politiek en religie tot de meest onheilige resultaten aanleiding kan geven. Daarbij is de rol van de kerk vaak die van nuttige idioot die zich voor de kar van vele maatschappelijke spanningsvelden laat spannen. Het woord religie komt van het Latijnse religare, dat verwijst naar de verbindende kwaliteit die religie als maatschappelijk fenomeen bezit. De Russische kerk functioneert als stoottroepen van de dystopie van het 21ste eeuwse Rusland dat het Poetinisme ervan gemaakt heeft. Priesters als FSB agenten en kanonnenvlees aan het Oekraïense front, illegale smokkel toegelaten door het Kremlin dat de kerk voor honderden miljoenen lokaal herverkoopt, en een extremisme dat het zegenen van massavernietigingswapens rechtvaardigt. Orthodox jihadisme en agressief conservatisme noemt Ash de situatie. Tja, als sluw en opportunistisch samenkomt is werkelijk alles mogelijk.

 

Verhalend en oprecht neem Ash de lezer mee naar alle uithoeken van de complexe kubus die dit verhaal uiteindelijk is. Maar ze doet dit ook met duidelijke sympathie en een warm hart voor de Russische bevolking en hun land, een land dat in haar lange en woelige bestaan nog nooit democratie heeft gekend. Wat ze wel duidelijk in de verf zet is hoe de menselijke en ideologische giftigheid en dogmatisme alsook spirituele armoede onder het mom van heiligheid en mystiek de Russische clerus en politiek systeem volledig heeft gecorrumpeerd. Russisch exceptionalisme wordt gepromoot als een afsluitdijk tegen de decadentie van het Westen daarbij gebruikmakend van technieken die de oude KGB niet misstaan. En telkens weet Ash de historische verankering van deze fenomenen loepzuiver te duiden.

Toegegeven, haar journalistieke schrijfstijl en verhalende dynamiek maakt het soms lastig om coherentie in het verhaal te bewaren en haar voetnoten zijn niet altijd academisch voltooid. Ook het feit dat ze geen historica is maakt sommige van haar posities zwak op de flanken. Daarom de volgende totaalverankering van haar boodschap: waar Dostojevski ooit schreef ‘als er geen God is, is alles toegelaten’ is door Poetin en Kirill omgedraaid in ´als er een God is, is alles toegelaten’. Ash maakt het duidelijk: Poetin en Kirill zijn elkaar overduidelijk waard.

 

Het boek is geen allesomvattende analyse van de Russische orthodoxie, maar bevat wel interessante weetjes zoals het feit dat de grootvorst Vladimir van Kiev in 988 de orthodoxie naar Rusland bracht, iets wat vaak door Poetin misbruikt wordt. Ook wijst ze erop dat de orthodoxe kerk haar mensen en de Russische bevolking eeuwenlang heeft misbruikt voor allerlei doeleinden, maar dat in de machtsstrijd tussen kerk en staat de kerk altijd eindigde als slachtoffer van de staat. Je zou denken dat ze daar iets van leren. Maar geloof is een veel beter fundament dan atheïsme om patriottisme te installeren en onderhouden in een dictatoriale staat. Toch is ze niet negatief over de Russisch-orthodoxe kerk. Ze weet dat er vele goedbedoelde en hoogopgeleide priesters rondlopen met de beste bedoelingen en die vakkundig door het systeem de mond (en erger) gesnoerd worden.

De eindconclusie van dit alles: de Russische kerk heeft zich volledig geïntegreerd in de Russische staatsmacht en het huidige psychotisch gangster autoritarisme ten koste van haar ziel en geloofwaardigheid gestut. Het duurde 70 jaar om van het communisme af te raken, slechts 20 jaar om het cultureel verwerpelijk liberalisme over boord te tillen, waarbij de Russisch-orthodoxe kerk instrumenteel is gebleken.

 

Lucy Ash, (2025), De wapenstok en het kruis. De cynische symbiose tussen Poetin en de Russische Kerk, Kokboekencentrum, Utrecht, pp. 384.

Dr. Luc Nijs is voorzitter van de kerkenraad van de protestantse kerk Turnhout en gastpredikant binnen het netwerk van Belgische protestantse kerken (VPKB)

arrow